De aalbes (of trosbes) is een bekende gast in menig moes- en achtertuin. De vaak rode bessen vormen zich aan trossen aan de middelhoge plant. Naast de rode aalbes is er ook een witte aalbes verkrijgbaar, en ook een roze aalbes. Deze laatste wordt taxonomisch tot de witte aalbes gerekend.
Oorsprong
De aalbes komt oorspronkelijk uit west europa en is dus voor ons een inheemse plant.
Kweken
Aalbes kweek je eigenlijk nooit vanuit zaad op. Dat is natuurlijk wel mogelijk, maar de meeste mensen kopen bij een tuincentrum een beginnende struik.
Oogsten
Je kan aalbessen oogsten door eenvoudig de trossen van de takken af te knippen. Afbreken zorgt voor schade aan de plant dus gebruik altijd even een snoeischaartje. Je kan aalbessen prima invriezen, maar ingevroren vruchten zijn niet meer zo best decoratief te gebruiken, maar alleen nog in saus, sap of jam te verwerken. Als je de bessen goed wil houden is het het handigst om alleen te oogsten wat je die dag gaat eten.
Verzorgen
Snoei de aalbessenstruik in de winter (januari / februari) de takken weg die licht en lucht weg houden voor de overige takken, of takken die je in de weg vind zitten. Aalbessen groeien op de oudere takken, dus hoeveel nieuwe takjes je ook snoeit, er zal altijd iets te oogsten overblijven. Zorg er voor dat je maximaal 5 basistakken overhoudt aan de voet van de plant (de takken waar de plant op 'staat').
In de zomer dien je de struik ook wat te snoeien. Ergens rond april is het handigst. Je doet dit om te zorgen dat de bessen mooi en groot worden. Snoei nu de takken weg waar geen bloemetjes aan hangen of bladeren die het licht wegnemen op de takken met vruchten. Snoei niet teveel bladeren weg, deze zijn nodig voor de groei van je vruchten.