Appels zijn in Nederland verkrijgbaar in vele soorten en maten. Een aantal bekende appelrassen zijn Elstar, Granny Smith en Goudreinette. De eerste 2 rassen zijn bekende rassen en worden zo rauw gegeten. De laatste (officiele naam is Schone van Boskoop) is niet zonder voorbewerking te eten (niet lekker) maar wordt eigenlijk alleen gebruikt in producten waar appel verwerkt moet worden, bijvoorbeeld appelmoes.
Oorsprong
Appel is inheems voor Nederland.
Kweken
Een appelboom van gecultiveerde appels wordt niet zomaar uit zaad opgekweekt maar eigenlijk altijd ge-ent op de onderstam van een wilde appelboom.
Oogsten
In de herfst vallen de appels die rijp zijn vanzelf van de boom. Je kan ook zelf de appels plukken, maar loopt dan de kans op een net iets de zure appel, die nog niet helemaal rijp was. Laat de appels altijd even narijpen op een droge donkere plek.
Verzorgen
In de winter snoei je de oude dikke takken weg. De takken waar bloemen op zaten laat je zitten.
In juni snoei je nog een keer. Vanwege de wintersnoei heeft de boom veel rechtomhoog groeiende takken gemaakt. Deze kan je het beste zo snel mogelijk wegsnoeien. Laat er wel een paar zitten, hier komen volgend jaar nieuwe bloemen aan.
In oktober/ november heeft de appelboom graag een beetje kalk. Zo worden de takken sterker, en de appels van het volgend seizoen langer houdbaar.